Wondzorg betekent Huppatee, aanpakken!
Truus Nijsse (58) is sinds 2011 wondverpleegkundige bij RST-team Drechtsteden. “Wondzorg is mij op het lijf geschreven.”
Laten we even bij het begin beginnen. Hoe ben je eigenlijk bij de RST terechtgekomen?
Na mijn middelbare school heb ik in een ziekenhuis de inservice-opleiding voor A-Verpleegkundigen gedaan. Toch had ik daar het gevoel dat ik maar een klein stukje zag van de problematiek van de patiënt. En ik wilde graag betrokken zijn bij de hele patiënt. Daarom koos ik ervoor om de thuiszorg in te gaan. Tot mijn man en ik in 1995 naar West-Afrika vertrokken. Daar ging ik aan het werk in een klein ziekenhuis, en verleende daar vooral zorg aan ondervoede kindertjes. Toen we in 2010 terugkwamen in Nederland, was ik compleet ontworteld. Ik wilde dolgraag hetzelfde soort werk in Nederland oppakken, maar dat bleek behoorlijk lastig. Ik was er immers jaren tussenuit geweest, kende de terminologie en de protocollen niet meer. Daardoor moest ik er weer helemaal opnieuw beginnen. De RST bood mij op dat moment een veilige en herkenbare haven, zodat ik weer een beetje Nederlandse vastigheid onder mijn voeten kreeg. Inmiddels ben ik ingeburgerd bij de RST en heb ik veel plezier in mijn werk.
Je bent gespecialiseerd decubitusverpleegkundige, wat houdt dat eigenlijk in?
Als decubitusverpleegkundige ben je gespecialiseerd in wondzorg, in de brede zin van het woord. Dat kan dus medische zorg bij doorligplekken inhouden, maar ook de zorg voor iemand die een wond op de knie heeft die moeilijk geneest. Als verpleegkundige zet je een behandeltraject in bij zo’n cliënt, en consulteer je bij twijfel de wondconsulent.
De opleiding tot decubitusverpleegkundige duurt ongeveer drie maanden. Wanneer je je nog meer wil specialiseren, kun je de opleiding voor wondverpleegkundige volgen. Deze opleiding duurt een jaar.
Waarom heb je gekozen voor decubitusverpleegkunde, en niet voor een ander specialisme?
In Afrika heb ik de vreselijkste wonden gezien. Mijn interesse voor wondzorg is daar ook ontstaan. Toen ik terugkwam in Nederland stroomde ik in als Verzorgende IG. Maar ik miste de zelfstandigheid in mijn werk en wilde weer als verpleegkundige aan de slag. Toen mijn manager vroeg wat ik dan zou willen, moest ik echt even nadenken. Een maand later kwam er een vacature voor decubitusverpleegkundige beschikbaar. Toen viel het allemaal op zijn plek. Inmiddels heb ik veel contacten met andere wondverpleegkundigen en met verschillende ziekenhuizen. Helaas is het lobbyen een beetje afgelopen, omdat er te weinig financiën beschikbaar zijn om mij daar extra uren voor te geven. Daardoor is de RST een beetje uit the picture geraakt bij de ziekenhuizen, met als gevolg dat er minder wondzorg wordt doorgestuurd naar de RST. Dat is erg jammer. Maar wie weet, komt dat wel weer.
Hoe ziet jouw werkdag er ongeveer uit?
Elke woensdag- en vrijdagmorgen ben ik ingepland op twee ochtendroutes, waar ik zowel wondzorg als verpleegkundige handelingen verricht. Zo was ik vanochtend bij een jochie van 11 jaar, die een darmspoeling nodig had en waarvan de sondevoeding moest worden aangesloten. Het is voor mij dan een sport om dit ventje helemaal tevreden af te leveren aan zijn ouders. Bij de volgende cliënt heb ik een stoma verzorgd en medicatie gegeven en daarna iemand voorlichting gegeven over het juiste incontinentiemateriaal. Ook had een cliënt dikke voeten, nadat de plasmedicatie gestopt is en heb ik de familie gevraagd contact op te nemen met de specialist. Vervolgens nog ergens een wondbezoekje gebracht. Vanmiddag ga ik wat indicaties uitwerken van gesprekken die ik vorige week heb gehad. Soms voelt het alsof ik mijn eigen bedrijfje run. Daar word ik zo ontzettend enthousiast van.
Wat maakt jou zo enthousiast over je werk?
Ik ben een mensen-mens. Wil het liefst de hele dag in contact staan met mensen, en samen met hen zoeken naar de (medische) oplossingen die bij hen passen. Dat betekent dat ik veel in gesprek ben met mijn cliënten, dat ik ze probeer te begrijpen. Daar zijn geen protocollen voor, dat vraagt gewoon openheid en betrokkenheid. Ook het zelfstandig werken ligt mij enorm. Dat betekent niet dat ik totaal geen behoefte heb aan contact met andere collega’s, want feedback is altijd welkom. Maar we hoeven niet elke dag contact te hebben om onze cliënten door te spreken. Ik ben gewoon meer van het ‘huppatee, aanpakken’.
Hoe ervaar je de RST als werkgever?
Ik ervaar de RST als goede werkgever, ondanks dat er altijd wel dingen zijn die niet helemaal soepel lopen. Maar ze doen wat ze beloven. En dat is belangrijk. Verder vind ik het contact met de cliënten geweldig. Je kunt er heel veel van jezelf inleggen. Als je zelfstandig werkt, is het fantastisch. En er blijven genoeg momenten over waarop je wel met je collega’s kunt sparren.