“Overstap van verpleeghuiszorg naar de wijkverpleging was een goede keus”
Ria van Roekel werkte jarenlang in verpleeghuizen en hospices. Twee jaar geleden maakte ze de overstap naar RST Zorgverleners, waar ze actief is als verpleegkundige met het aandachtsveld palliatieve zorg. “Een hele verandering, maar absoluut de moeite waard!”
Ria koos voor de wijkverpleging omdat ze wel toe was aan een beetje vrijheid. “In een verpleeghuis drukken cliënten op de rode knop als ze je nodig hebben, maar in de praktijk doen ze dat ook dikwijls als ze je gewoon rond zien lopen. Soms zijn er drie lichtjes tegelijk aan het knipperen en dan moet je ook nog je gewone werkzaamheden proberen te doen.
In de wijkverpleging is dat heel anders. Je legt een route af en tussen elke cliënt heb je even tijd om in de auto rust te pakken en je bezoek te overdenken. Dat geeft toch meer ruimte in je hoofd! Bovendien geniet ik ervan om zo nu en dan even buiten te komen en niet de hele dag binnen te hoeven zijn.”
Andere gesprekken
Ria: “In de wijkverpleging zijn cliënten ook wel anders dan in het verpleeghuis. Wat je toch wel merkt is dat in een verpleeghuis hun wereld snel kleiner wordt. Mensen lezen geen krant meer, komen niet meer buiten … De gesprekjes blijven beperkt tot: ‘Hebt u lekker geslapen vannacht?’ In de wijkverpleging zijn mensen veel meer zelfredzaam, maar ze maken ook meer deel uit van de normale wereld. Je hebt dus heel andere gesprekken.
De uitdaging is juist om de verdieping te zoeken en te kijken welke mogelijkheden er nog zijn voor de cliënt om de kwaliteit van leven te behouden of te verbeteren. Je zoekt telkens weer naar wat er nodig is om mensen zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen.”
Een ander groot verschil is de situatie waarin zorg verleend wordt. Ria: “In een verpleeghuis zijn mensen bij jou te gast. In de wijkverpleging is dat precies andersom. Daar moet je van houden, natuurlijk. Maar ik vind het bijzonder en waardevol om overal een kijkje achter de voordeur te krijgen.
Mensen zijn thuis toch in hun natuurlijke omgeving. Ze zijn meer zichzelf. De keerzijde daarvan is dat ze je moeten toelaten in hun leven. Soms kost het even tijd voordat mensen je vertrouwen en zich aan je zorg toevertrouwen. Maar dan ontstaat er vaak ook een mooie vertrouwensband met veel dankbaarheid van de familie en mantelzorgers.”
Stervensbegeleiding
Ria is onder andere ‘aandachtsvelder’ palliatieve zorg. Haar ervaring in hospices zorgt ervoor dat ze cliënten die aan het einde van hun leven zijn gekomen, goed kan begeleiden. Daarnaast is ze ook vraagbaak voor collega’s die een palliatieve cliënt verzorgen of verplegen.
“Als mensen thuis verpleegd worden in de laatste fase van hun leven, vraagt dat veel van de zorgverleners, maar ook enorm veel van de familie. Die moet bereid zijn om mee te zorgen. Maar hoe mooi is het om rustig in je eigen vertrouwde omgeving te kunnen overlijden, omgeven door de mensen die je lief zijn? Dat is het wel waard om je voor in te zetten.”
Spin in het web
Ria merkt dat door de coronasituatie in het ziekenhuis veel zorg verplaatst wordt naar de thuissituatie. “We hebben ineens veel meer mensen in zorg die zuurstof en morfine nodig hebben. We moeten dus nauw samenwerken met huisartsen om mensen weer op de been te helpen.
Gelukkig worden we voor de meest complexe zorgvragen geassisteerd door een multidisciplinair team van onder meer fysiotherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten. Ook wordt er veel geschakeld met verpleeghuizen en ziekenhuizen. Als verpleegkundige van RST Zorgverleners ben je dan echt de spin in het web.”
Meerwaarde
Ria koos er bewust voor om bij een christelijke zorgorganisatie te gaan werken. “Ik was vroeger niet kerkelijk en heb in het verleden ook bij niet-christelijke zorginstellingen gewerkt. Ik merk echter dat ik bij RST beter handen en voeten kan geven aan mijn geloof, dan in een instelling waar geloof geen issue is.
Ik doe mijn werk in afhankelijkheid van God en dat heeft meerwaarde. Cliënten merken aan RST-medewerkers dat we trouw zijn en ons woord houden. Elke ochtend bid ik: ‘Mag ik vandaag Uw oren en Uw handen zijn en van daaruit mijn werk doen?’ Dan merk je dat je tot een zegen kan zijn. Daar word je dan heel klein van. Hoe bijzonder is dat?!”