‘Een stage bij RST in de thuiszorg was precies wat ik nodig had’

Ze zijn zeldzaam, mannen in de thuiszorg. Uit cijfers van het CBS blijkt ook dat de opleiding verpleegkunde onder mannen veel minder populair is dan onder vrouwen. Toch is Henk Koster blij dat hij ruim twee jaar geleden wél de keuze maakte voor die studierichting. Eind april rondde hij zijn stage bij RST Zorgverleners af. ‘Het deed mij elke dag weer goed als ik na mijn rit de cliënten dankbaar kon achterlaten in hun eigen woning.’

Na een week stage lopen in de gehandicaptenzorg kwam Henk erachter dat het niet de uitdaging was die hij zocht. ‘Ik volg de mbo-opleiding verpleegkunde (niveau 4) aan het Hoornbeeck College. Maar mijn stage bestond vooral uit het begeleiden van mensen. Er was nauwelijks ruimte voor lichamelijke zorg.’ En dus besloot Henk om op zoek te gaan naar een nieuwe stageplaats. ‘Het was niet bij me opgekomen om het eens in de thuiszorg te proberen. Totdat ik werd getipt door iemand uit de kerk die ook stage liep bij RST. Binnen twee weken was alles geregeld en kon ik aan de slag’, vertelt hij.

Ziektebeelden

Spijt van die keuze heeft Henk allerminst. ‘In de thuiszorg ben je voortdurend zorg aan het verlenen en je ziet veel ziektebeelden voorbijkomen. Je hebt cliënten met laagcomplexe zorg, die je helpt met opstaan, douchen en aankleden, maar ook met hoogcomplexe zorg. En dat laatste betekent: veel handelingen, maar juist ook handelingen op verpleegkundig niveau, zoals katheterzorg, stomazorg en medicijnen toedienen. Die afwisseling vond ik heel interessant en het was precies wat ik nodig had voor mijn opleiding!’

Op niveau

Tijdens zijn stage liep Henk mee in drie teams: VV Putten, VV Nijkerk en VV Ermelo. Hij had twee werkbegeleiders die allebei als wijkverpleegkundige bij RST werken. ‘Meestal liep ik één keer in de week, soms één keer in de twee weken, met mijn werkbegeleiders mee. Maar omdat zij vaak ook bezig waren met andere taken, draaide ik de meeste diensten met collega’s die de opleiding verzorgende IG (niveau 3) hebben afgerond. Aan het eind van dit leerjaar zit ik ook op dat niveau. En bij RST is het zo dat je begeleiding krijgt op het niveau van jouw opleiding’, weet Henk.

Reflectie

Over de begeleiding vanuit RST is de mbo-student verpleegkunde vol lof. Henk: ‘Laat ik beginnen bij de praktijkopleiders, want met hen heb je het eerste contact. Ze regelen een stageplaats voor je en houden het hele proces in beeld. Daarnaast heb je de werkbegeleiders, met wie je elke twee weken een gesprek hebt. Die zetten je op scherp, vragen hoe het gaat en waar je mee bezig bent. Eens in de vijf weken heb je dan een gesprek met je praktijkopleider en werkbegeleider samen. Daarin bespreek je de leerdoelen en je opdrachten. Maar ook als het even niet gaat zoals je wil, zijn die momenten fijn om je weer op het juiste pad te helpen. Die manier van begeleiden, met verschillende begeleidings- en voortgangsgesprekken, werkte voor mij heel prettig. Ik kijk er dan ook met een heel tevreden gevoel op terug!’

Uitdaging

De praktische kant van zijn stage vond Henk het leukste. ‘Het zorg verlenen en de verpleegtechnische handelingen, zoals insuline spuiten of wondzorg geven. Je moest het allemaal hebben gedaan tijdens je stage. Eerst meekijken en daarna zelf aan de slag. En als je het met een voldoende afrondde, mocht je het daarna zelfstandig blijven doen.’ De onregelmatige diensten ervaarde hij soms als nadelig, maar dat woog niet op tegen de uitdaging. Henk: ‘In de thuiszorg heb je veel verantwoordelijkheid. Zeker als je zelfstandig routes gaat rijden. Dat is best spannend, maar ook een uitdaging. Je leert zelf oplossingen te bedenken en creatief te handelen.’

Extra motivatie

Lang heeft Henk getwijfeld tussen een toekomstige baan in het onderwijs, of een baan in de zorg. Zijn stage bij RST Zorgverleners was voor hem de bevestiging dat hij de juiste keuze heeft gemaakt. Henk: ‘In een verpleeghuis heb je vaak dat cliënten zich aanpassen aan de normen en waarden die daar gelden. In de thuiszorg is dat veel minder. Cliënten zijn zichzelf en veel zekerder, omdat je ze treft in hun eigen omgeving. Wel was het voor sommigen best even wennen, een mannelijke stagiair verpleegkunde over de vloer. Maar als ik dan achteraf hoorde dat mensen erg tevreden over me waren en respect hadden voor mijn keuze om de zorg in de te gaan, was dat een extra motivatie!’